In de begeleiding van kinderen zet ik bewust spel en beweging in als hoofdwegen voor communicatie en zelfexpressie, met speciale aandacht voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS). Spel en beweging geven kinderen een veilige, concrete en laagdrempelige manier om ervaringen, gedachten en gevoelens zichtbaar te maken — juist wanneer praten lastig is. Voor kinderen met TOS is dit extra belangrijk: gesproken taal kan onbetrouwbaar of stressvol zijn, waardoor deelname, emotionele regulatie en sociale contacten onder druk komen te staan. Spel en beweging bieden dan een alternatief dat wél werkt.

Spel en beweging verlagen de taaldruk. Tijdens spel en in beweging spreken kinderen op een andere manier: ze doen, kiezen, imiteren en reageren met hun lichaam. Die non-verbale en multimodale kanalen maken betekenis concreet en hanteerbaar. Een kind dat met een pop een boos gezicht nadoet of met een bal aangeeft dat het liever rustig wil spelen, laat iets zien dat vaak veel makkelijker is dan het verwoorden van diezelfde ervaring. Daardoor neemt de kans op miscommunicatie af en groeit het vertrouwen om later ook met woorden te experimenteren.

Het gebruik van symbolen speltherapie rouw Traumasensitieve rouwbegeleiding helpt kinderen om niet alleen hun verdriet, maar ook de impact van het trauma te verwerken.

In mijn sessies draait het om veiligheid en handelingsruimte. Ik bied speelse en beweegbare oefeningen aan waarin het kind het tempo bepaalt en de regie houdt over wat het deelt. Door een veilige setting, voorspelbare routines en visuele ondersteuning — zoals keuzeplaatjes of emotiekaarten — krijgt het kind handvatten om te kiezen, te zeggen of te laten zien wat het voelt. Dat vermindert spanning en vergroot de kans op succesvolle communicatiemomenten: kleine successen die het zelfvertrouwen versterken en uitnodigen tot herhaling.

Voor kinderen met TOS levert deze aanpak directe, praktische voordelen. Allereerst ontstaan er vaker contactmomenten, omdat de verwachting van vloeiend spreken tijdelijk wordt losgelaten. Ten tweede biedt beweeggerichte oefening ruimte voor emotieregulatie: fysieke activiteit helpt spanning te ontladen en maakt daarna ruimte voor reflectie of verwoorden. Ten derde creëert multimodale communicatie (spel, gebaren, pictogrammen, woorden) een continuüm waarlangs een kind zichzelf stapsgewijs kan uitbreiden van non-verbaal naar (gedeeltelijk) verbaal communiceren. Taal wordt zo niet van bovenaf geëist, maar groeit organisch mee met ervaring en succes.

Hoe ziet dat er concreet uit in mijn werk? Een sessie start vaak met een korte bewegingsoefening of een simpel spel dat uitnodigt tot keuze en actie. Tijdens het spel benoem ik wat ik zie — kort en begrijpelijk — en breid ik uit wanneer het kind iets probeert te zeggen (expansie). Ik gebruik materialen die uitnodigen tot rollen en handelen (poppen, ballen, verkleedspullen, doeken) en bied visuele keuzemogelijkheden waar nodig. Als een kind via een gebaar, beweging of keuze iets duidelijk maakt, bevestig ik dat en koppel ik er soms één kort woord of zin aan, zodat spreken geleidelijk verbonden wordt met het handelen dat het kind al beheerst.

Deze benadering werkt het best als ouders en school dezelfde principes toepassen. Thuis kunnen eenvoudige spel- en beweegmomenten worden ingebouwd, korte en concrete keuzes aangeboden en visuele hulpmiddelen gebruikt. Op school ondersteunen gestructureerde spelsituaties en begeleid samenspel de ontwikkeling van sociale en communicatieve vaardigheden. Vervolghulp, zoals logopedie of orthopedagogische ondersteuning, kan de aanpak verdiepen en zorgen voor consistente afstemming en meetbare groei.

Kortom: spel en beweging zijn geen bijzaak, maar een doelgerichte strategie binnen mijn begeleiding — speciaal effectief bij TOS. Ze maken communicatie mogelijk op een manier die bij het kind past en ondersteunen de overgang naar meer verbale vormen van uiting. Voor veel kinderen kan dit het verschil betekenen tussen terugtrekken en meedoen, tussen frustratie en succes.