Verlies raakt ons allemaal, maar kinderen en jongeren hebben een eigen manier om rouw te ervaren en te verwerken. Hun belevingswereld en ontwikkelingsniveau bepalen hoe zij het overlijden van een dierbare, een scheiding, levend verlies, een schoolwissel of een uithuisplaatsing kunnen begrijpen en verwerken. Vaak doen ouders hun uiterste best om hun kind te steunen, maar onderzoek laat zien dat juist hun eigen verdriet en emoties deze rol bemoeilijken. Daarom kan een neutrale, specialistische begeleider een enorme meerwaarde bieden.
1. Het unieke rouwproces van kinderen
Kinderen rouwen niet volgens een vaste, lineaire volgorde zoals volwassenen dat vaak doen. In plaats daarvan ervaren zij rouw in golfbewegingen: ze ‘vergeten’ soms even dat iemand is overleden, om vervolgens weer vol verdriet terug te vallen op het besef van het definitieve verlies. Bij jonge kinderen (onder de zes jaar) bestaat de neiging te geloven dat de overledene “ooit wel terugkomt.” Ze hebben nog weinig besef van eindigheid en onomkeerbaarheid. Iets oudere kinderen worstelen wél met deze abstracte begrippen, maar kunnen hun gevoelens vaak niet goed verwoorden of plaatsen.
Door deze ontwikkelingsafhankelijke manier van rouwen hebben kinderen behoefte aan een veilige én duidelijke uitleg over wat er is gebeurd. Als zij geen ruimte krijgen om hun gevoelens stap voor stap te verkennen, lopen zij het risico dat verdriet, angst of schuldgevoelens later alsnog onbewust de kop opsteken.
2. Waarom ouders soms niet genoeg steun kunnen bieden
Wanneer een ouder zelf in rouw is, is diens eigen draagkracht beperkt. Wetenschappelijke studies tonen aan dat rouwende ouders onbedoeld emotionele ‘ruis’ met zich meedragen: zij projecteren hun verdriet, of worden zo overweldigd door eigen emoties dat ze te beschermend of juist ontwijkend reageren. In het ergste geval ontstaat een rolwisseling; het kind probeert de ouder te troosten in plaats van andersom. Hierdoor krijgt het kind onvoldoende ruimte om zelf te rouwen en te ontdekken wat het nodig heeft.
Een voorbeeld: een ninejarig kind merkt dat de moeder na het overlijden van opa voortdurend huilt en woorden tekortkomt. Uit angst om de moeder nóg verdrietiger te maken, vertelt het kind niet meer over zijn eigen nachtmerries of angstgevoelens. De moeder is wel aanwezig, maar met haar rouwproces zelf bezig, en ziet over het hoofd dat haar kind hulp nodig heeft bij het leren omgaan met die onverklaarbare angsten.
3. De rol van een “hulpvolwassene”
Onderzoek naar rouwbegeleiding voor kinderen laat zien dat een neutrale volwassene – een docent, familievriend, rouwconsulent of opgeleide begeleider – objectiever kan luisteren en minder snel wegzinkt in eigen emoties. Deze helper…
- Luistert zonder oordeel: door geen directe familieband heeft de hulpvolwassene meer emotionele ruimte om vragen te stellen, verdriet te erkennen en te spiegelen hoe het kind zich voelt.
- Biedt consistente steun: kinderen weten op welke momenten zij bij hun begeleider terechtkunnen, wat voorspelbaarheid en veiligheid geeft.
- Legt dingen helder uit: de begeleider sluit aan bij het ontwikkelingsniveau van het kind, gebruikt concrete voorbeelden (bijvoorbeeld een fiets die kapot is en nooit meer rijdt) en bouwt geleidelijk begrip voor begrippen als permanentie en onomkeerbaarheid.
Mede dankzij dit “helper-therapieprincipe” (het idee dat het helpen van een ander ook een helende werking heeft), ontwikkelt de hulpvolwassene zelf veerkracht en creativiteit in het begeleiden van rouw. Voor het kind betekent dit dat er iemand buiten het gezin is die onverdeelde aandacht schenkt aan de vragen, angsten en herinneringen rondom het verlies.
4. Wanneer specialistische begeleiding nodig is
Soms is rouw niet overzichtelijk: het kind kan meerdere verlieservaringen have—een familielid overlijden, een scheiding meemaken én gedwongen van school wisselen—waardoor de hulpvraag complex is. Specialistische begeleiding richt zich juist op kinderen en jongeren met een meervoudige of complexe rouwvraag. Kenmerken hiervan zijn:
- Meerdere verliesvormen: levend verlies (bijvoorbeeld een ouder met ernstige ziekte), overlijden, schoolwissel of uithuisplaatsing.
- Combinatie met trauma: getuige zijn van een ernstig ongeluk of plotseling huiselijk geweld kan het rouwproces verregaand compliceren.
- Beperkte draagkracht in het gezin: als ouders zelf nog in de rouw zitten, is hun vermogen om actief en emotioneel aanwezig te zijn voor het kind vaak onvoldoende.
In zulke situaties is extra, specialistische ondersteuning noodzakelijk om te voorkomen dat rouw chronisch wordt.

5. De aanpak van specialistische begeleiding
Mijn werkwijze als specialistisch begeleider is altijd maatwerk. Belangrijkste elementen zijn:
- Systemisch werken: niet alleen het kind, maar ook het gezin en de nabije omgeving worden betrokken. Door ouders, broers, zussen en soms ook leraren te begeleiden in hoe zij het verlies kunnen bespreken en emoties kunnen herkennen, ontstaat er binnen het hele systeem meer begrip en veerkracht.
- Traumasensitieve benadering: naast rouw staat oog voor mogelijke traumatische ervaringen centraal. Dit betekent dat ik niet alleen help bij verdriet, maar ook bij angst, schuldgevoel of schaamte die bij complex verlies kunnen horen.
- Praktisch en doelgericht werken: aan de hand van concrete oefeningen, spelactiviteiten en gesprekstechnieken versterk ik de vaardigheden die het kind al heeft. We kijken samen: wat gaat er al goed? Waar botst het? Zo ontstaat een persoonlijk plan dat voortdurend geëvalueerd wordt. Als blijkt dat een bepaalde aanpak niet helpt, zoeken we snel naar nieuwe invalshoeken.
- Continuïteit in begeleiding: rouw stopt niet na een paar maanden. Daarom blijf ik – in overleg met ouders en eventuele verwijzers – beschikbaar, ook als de ‘acute’ rouwfase voorbij is. Grote stapjes kunnen soms uitblijven; het verstevigen van wat al aanwezig is, is minstens zo waardevol.
Door deze specialistische aanpak ontstaat er ruimte voor kinderen om hun gevoelens te verkennen in een veilige setting, zonder dat zij zich schuldig voelen tegenover rouwende ouders. Tegelijkertijd groeit de draagkracht binnen het gezin en de directe omgeving, waardoor het hele systeem beter kan blijven functioneren.
6. Wetenschappelijke onderbouwing
Uit onderzoek van Silverman & Worden (2019) blijkt dat kinderen een eigen, ontwikkelingsafhankelijke kijk hebben op de dood en extra begeleiding nodig hebben om te begrijpen wat permanentie én verlies betekenen. Kaplow et al. (2017) laten zien dat wanneer ouders zelf thuis overbelast zijn door hun eigen verdriet, kinderen makkelijker vastlopen in hun rouwproces en later meer kans hebben op angst- of depressiesymptomen. Het Family Bereavement Program, een van de weinige interventies die zowel kind als nabije omgeving structureel betrekt, toont aan dat specialistische, op kinderen gerichte rouwbegeleiding leidt tot een blijvend lagere mate van psychische klachten (Sandler et al., 2003).
7. Wat kan ik voor uw kind en gezin betekenen?
Als rouw- en speltherapeut en SKJ Jeugd- en gezinsprofessional werk ik met kinderen en gezinnen die geconfronteerd zijn met ingrijpend verlies. Mijn specialistische begeleiding helpt hen om emoties te verkennen, veerkracht op te bouwen en het leven weer enigszins op de rails te krijgen. Ik betrek ouders, broers en zussen in het proces, zodat het hele gezin sterker wordt en het rouwproces gezamenlijk wordt gedragen.
Heeft u het gevoel dat uw kind of jongere vastloopt in rouw? Of wilt u meer weten over hoe ik als rouw- en speltherapeut kan ondersteunen? Neem dan contact op, dan denk ik graag met u mee over een passend hulpaanbod.